top of page

Hoe train je de gedachtenspier?

Managementlessen uit de golfsport



Mental golf coaching werkt niet alleen op de baan, maar ook in je baan. Dat heeft executive coach en amateur-golfer Jos Hessels proefondervindelijk vast kunnen stellen. Hij maakt er in zijn coaching sessies dankbaar gebruik van.


Managementlessen uit de golfsport
Jos Hessels volgde mentale golfsessies bij Iron Shirt in Nederland en rondde in Amerika bij David MacKenzie de opleiding tot mental golf coach af.

Jos Hessels coacht vanuit The Leadership Advisory topmanagers. Niet op het niveau van competenties. Als het daaraan geschort had, zou je als topmanager allang niet meer zitten waar je nu zit. Dat vat hij vaak samen als hij zegt: ‘Je wordt aangenomen om wat je kunt en ontslagen om wie je bent.’ Het gaat bij de coaching van Hessels om wie je bent en wat je drijft. Daarnaast is Hessels ook een gepassioneerd golfer. Met handicap 18 zelfs een hele redelijke golfer die de frustratie van het spel ook van dichtbij kent: ‘Op de driving range sla je ze allemaal kaarsrecht weg, je gaat de baan op en niks lukt. Hoe kan dat nou?’ Joost Luiten, de bekendste golfer van Nederland heeft dáárdoor maanden niet gegolft. In Golfmagazine zegt Luiten daar zelf over: ‘Ik ben mezelf onderweg verloren, dat werd me wel duidelijk.’


Tussen de slagen

Dat was voor Hessels het begin van een zoektocht. ‘Ik dacht: laat ik daar nou eens induiken.’ Dat zette hem op het spoor van mental golf coaching, een soort mindfullness voor golfers.

Hessels: ‘Golf is net zoveel een mentaal spel als een fysiek spel. Dat is de overeenkomst met een sport als tennis. Maar omdat je van de vier uur golfen maar 4 minuten sport, heb je vreselijk veel tijd om na te denken.’ En dat nadenken kan behoorlijk negatieve invloed hebben op je spel. Bij tennis heeft een speler veel minder tijd om tussen de slagen door na te denken. Bovendien reageert de tennisspeler steeds op de actie van de tegenstander: de bal komt naar je toe. Een golfer slaat de bal van zich af en reageert steeds op zijn eigen actie. Hessels: ‘Je kunt niemand anders de schuld geven als het niet gaat zoals je gewild had. Dat kan heel confronterend zijn.’


Water

Afslaan, chippen of putten, voor elke slag zul je volledig geconcentreerd moeten zijn. Hessels: ‘Die concentratie kun je onmogelijk vier uur lang vasthouden, dus de kunst is om jezelf in het momentum te brengen.’ Een golf coach leert je om de weg naar de zone te vinden, om in de flow te komen en hoe je je golfbrein tussen de slagen uit kunt zetten en weer aanzetten als dat moet. Dat begint bij de innerlijke monoloog: hoe praat je tegen jezelf tijdens een ronde? Hessels: ‘Op een of andere manier is ons brein goed in negatieve dingen bedenken; beter dan positieve: Oh, als mijn bal maar niet in het water terecht komt. En wat denk je dat er gebeurt?’


Spiraal

Tijdens de sessies in Amerika (Washington DC) vroeg MacKenzie na elke slag van Hessels consequent: wat ging er goed? Hessels: ‘Daar had ik helemaal geen zin in. Ik wilde het alleen maar hebben over wat er niet goed ging.’ Een mental golf coach probeert je het instrumentarium aan te reiken om je interne monoloog op een positieve manier te beïnvloeden zodat je de ontregelende gedachten onschadelijk kunt maken, je kunt afsluiten voor het geroezemoes om je heen en de druk van je schouders kunt halen op het moment dat het ertoe doet. Een van Hessels eerste golf coachees meldde zich via-via. Hij was soms simpelweg niet meer in staat om überhaupt een bal weg te slaan. Hessels: ‘Bevangen door negatieve gedachtes bleef hij bij elke slag eindeloos slagbewegingen maken. Dat ging zólang door dat zijn gedrag gênant was voor medespelers en toeschouwers.’ Om daaraan te kunnen werken, zul je de spiraal van negatieve gedachtes eerst moeten herkennen om die vervolgens te kunnen ‘managen’.


Muur

Dat ziet hij ook terug in zijn coachingspraktijk: ‘Als de dingen niet lopen zoals gedacht, zoekt de manager de oorzaken buiten zichzelf. Hij of zij focust op wat niet goed gaat en wat beter moet. Helemaal als de manager perfectionistisch is ingesteld. Dat leidt dan weer tot verstarring en blikvernauwing en soms zelfs tot ongewenst gedrag. Het lukt iemand dan niet om zichzelf te organiseren; het werk groeit de manager boven het hoofd, hij zit niet meer lekker in zijn vel, raakt gestrest en een burn-out ligt op de loer. De golfer is gedwongen om de oorzaak van zijn ondermaatse spel in zichzelf te zoeken. Dat was ook wat Joost Luiten constateerde toen hij zei: Ik liep tegen een muur op. Die muur, dat was hij zelf. Vroeg of laat komt ook elke topmanager bij zichzelf uit. Linksom of rechtsom.


Rondje

Hessels speelde onlangs met een kennis die de baan op liep en zei: ‘Hé Jos, ik heb een tijd niet gespeeld en heb er echt zin in.’ Vervolgens sloeg hij de eerste bal het bos in. Gevloek. Hessels zei niets. Na een half uur vroeg hij hem terloops: ‘Helpt dat nou?’ Hoe bedoel je, vroeg zijn kennis. Nou, dat vloeken aan het begin? Hessels: ‘Hij ging er niet op in maar na de ronde nam hij me even apart en zei: ‘Wat jij daar vroeg, dat heeft nou nog nooit iemand aan mij gevraagd.’ Dat had indruk op hem gemaakt. Hessels: ‘Ik had hem even geraakt. Dat is wat ik in mijn coaching ook doe: even aanraken zodat iemand gaat nadenken. Daarop had zijn kennis hem gevraagd: wil je nog eens een rondje met me lopen en mij vertellen wat je ziet?’


Scoringskaart

Om de handicap te berekenen, moeten golfers hun scoringskaarten invullen en inleveren. Maar veel golfers leveren alleen hun beste scores in, waardoor hun handicap onnatuurlijk lager komt te liggen dan die in werkelijkheid is. Hessels: ‘Daarmee leggen ze zichzelf een enorme druk op. Dat is wat managers ook doen: ze willen presteren, pompen hun scoringskaarten (lees CV) op en hollen zichzelf op den duur voorbij. Ze zijn niet meer in staat om in het moment of in the zone te komen. Ze raken, net als Luiten, niet alleen de regie maar ook zichzelf onderweg kwijt.’



Literatuur: The Inner Game of Golf; W. Timothy Gallwey, Golf State of Mind; David MacKenzie.

Recente media items

De match moet kloppen.

Ik zoek vooral haakjes. Zo’n haakje vergroot ik dan uit en dan moet mijn gesprekspartner er zelf over nadenken wat hij of zij met mijn advies doet.

Om aan de top te komen, moet je een bepaalde machtsuitstraling hebben. Dat klinkt negatief, maar het is positief beïnvloeden.

Ik heb interesse in echte verbindingen met mensen. Daar ga ik ook heel bewust mee om.

Zelfkennis, daar ontbreekt het nog weleens aan. Maar je wordt aangenomen om wat je kunt en vertrekt om wie je bent.

Ik creëer een veilige en positieve sfeer.

Ik ben een mensenmens.

Waar kan ik je mee helpen?

bottom of page